Het Koninklijk Paleis in Madrid, onbewoond sinds 1939

Het 'Palacio Real' (Koninklijk Paleis) in Madrid is met een oppervlakte van 135.000 m² het grootste koninklijke paleis in Europa. Het bezit 3418 kamers en wordt tegenwoordig gebruikt als werkpaleis van de koning van Spanje.

Geschiedenis
Het oorspronkelijke koninklijke paleis dateert uit de 9de eeuw. Aanvankelijk was dat een fort, gebouwd door het toen nog islamitische koningen van Toledo. Dit fort werd later -na de zg. 'reconquista' (herovering van de christenen op de moren) gebruikt door de koningen van Castilië, die er voor hun gerief in de 16de eeuw een 'alcázar' (soort paleis lieten bouwen.

Een brand vernietigde het 'alcázar' op kerstavond 1734. De toenmalige koning Filips V gaf meteen opdracht aan de Italiaanse architect Filippo Juvara om op precies dezelfde plek een nieuw koninklijk paleis te bouwen. Na diens dood in 1736 zette diens leerling Giovanni Battista Sachetti dat werk voort. In 1738 begon uiteindelijk de bouw en in 1755 werd het voltooid, waarna koning Karel III  in 1764 zijn intrek in het paleis nam. De laatste koning, die in dit paleis woonde was Alfonso XIII (1886-1941). Ook de door Franco afgezette president van de Tweede Republiek, Manuel Azaña (1880-1940), heeft er zijn residentie gehad.

In het paleis zijn een groot aantal kunsschatten te vinden, van wandtapijten, beeldhouwwerken tot schilderijen van o.a. Caravaggio, Velázquez en Goya. Er is ook een Stadivarius te zien en veel zilverwerk, porcelein en klokken.

Het paleis ligt aan een enorm plein, de >>'Plaza de Oriente', aan zijn westkant. De bijbehorende tuin, het 'Campo del Moro' genaamd, is een mooi voorbeeld van Engelse landschapsarchitectuur.

Bezienswaardigheden:
- 'Escalera principal' (het grote trappenhuis, met een plafondschildering van Corrado Giaquinto)
- 'Salón del Trono' (de troonzaal)
- 'Comedor del Gala' (de gala-eetzaal)
- 'Capilla Real' (de koninklijke kapel)
- 'Farmacia Real' (de koninklijke apotheek)
- 'Salón de Columnas' (de ceremoniezaal, met onder andere de 'Zeven Planeten' van Jacob Jonghelinck)