Het Prado Museum, een indrukwekkend complete collectie

Het Prado Museum in Madrid bezit één van de meest indrukwekkende kunstcollecties van de wereld. Tussen de meer dan 8600 schilderijen, die er aanwezig zijn, bevindt zich dan ook de grootste verzameling ter wereld van Spaanse meesters als El Greco, Velázquez, Zurbarán, Murillo en Goya. Daartussen kan de bezoeker natuurlijk 'Las Meninas' uit 1656 aantreffen, algemeen beschouwd als een absoluut meesterwerk (zie hiernaast).

Velázquez
Waar het Rijksmuseum 'De Nachtwacht' als kroonstuk heeft toont het Prado dat in 'Las Meninas' van de barokke schilder Diego Velázquez (1599-1660). Zo op het oog lijkt het een tafereel van een Spaans prinsesje met haar hofdames maar als je beter kijkt blijkt het in feite een zelfportret van de de schilder zelf terwijl hij het tafereel op het doek zet. Dat gebeurt onder toeziend oog van de vader en moeder van het prinsesje, de koning en de koningin, die aanwezig zijn in een spiegel op de achtergrond.

Tussen de andere 47 werken van deze meester, die het Prado rijk is, bevinden zich o.a. ´La fábula de Aracne' of 'Los hilanderos' ('Spinnerinnen'), uit 1657, 'El triunfo de Baco' ('De overwinning van Bacchus'), uit 1629, 'La rendición de Breda' ('De overgave van Breda'), uit 1634-35, en 'Venus del espejo' ('Venus en Cupido'), uit 1647-50.

Goya
Van Francisco de Goya (1746-1828) zijn er in het Prado adelijke en koninklijke portretten te zien. Bij de laatste valt vooral op hoe Goya als hofschilder de familie van koning Karel IV schilderde. Ze worden daarmee afgebeeld als hoe Goya ze ziet en dat blijkt weinig flatteus.

Verder maakte Goya veel schilderijen, die het Spaanse leven van zijn tijd afbeelden. Beroemd zijn de twee'Majas', een geklede en een naakte versie van dezelfde liggende vrouw, waarvan vermoed wordt dat ze de hertogin van Alva was, en de schilderijen van de 2 mei executies. Aansprekend en zeer modern voor zijn tijd zijn vooral de schilderijen uit Goya´s 'donkere' periode, waarin de ontgoocheling en misantropie van zijn laatste jaren duidelijk wordt. Ook veel van zijn grafisch werk maakt deel uit van de collectie van het Prado, waaronder de series 'Desastres de la Guerra' en 'Tauromaquia'.

El Greco
Ook van El Greco (1541-1614) is in het Prado een grote collectie te vinden. Van de meer dan 30 werken, die er hangen, zijn er zelfs twee uit zijn vroege, Italiaanse periode, toen de meester uit Toledo nog als leerling van o.a. Titiaan de Venetiaanse school aanhing. Uit zijn latere Spaanse tijd blinkt vooral het altaarstuk 'La Trinidad' uit.

De Nederlandse en Vlaamse School
De Vlaamse school wordt in het museum ondermeer vertegenwoordigd door Rogier van der Weijden (ca 1400-1464), Jan van Eijck (ca 1400-1441) en Pieter Brueghel (1525-1569). 'De Kruisafneming' van de eerstgenoemde, uit 1435, wordt algemeen beschouwd als een hoogtepunt.

Van Jeroen Bosch (ca 1460-1516) hangt er ondermeer het gevierde drieluik 'De Tuin der Lusten', uit ca 1490. Ooit was het eigendom van Willem van Oranje maar in 1568 werd het wegens diens rebellie tegen de Spaanse kroon met andere van zijn eigendommen geconfisqueerd door de Hertog van Alva en overgebracht naar Spanje. Daar kwam het in 1593 in bezit van de Spaanse koning Filips II.

Anthonis Mor van Dashorst (ca 1516-ca 1576), Nederlandse schilder in Spaanse dienst, is in het Prado o.a. vertegenwoordigd door een portret van koningin Catalina van Portugal.

Rubens en Rembrandt
Het schilderij uit 1636-37, 'Saturnus verslindt één van zijn kinderen', van Peter Paul Rubens (1577-1640) zal menig bezoeker aanspreken, vooral omdat er verderop een equivalent te vinden is van Goya. Verder zijn er o.a. het schilderij 'De drie Gratiën' uit 1630-35, en vele ontwerpen voor wandtapijten van de hand van de Vlaamse kunstenaar te bezoeken.

Van Rembrandt hangt er echter slechts één schilderij, alhoewel niet de minste, 'Judith maakt zich op voor het banket van Holofernes'. Men neemt ervan aan dat zijn zwangere vrouw Saskia ervoor model heeft gestaan.

Dührer, Titiaan en vroege kunst
Een magistraal zelfportet uit 1498 van Aalbrecht Dührer (1471-1528) in het Prado is één van de eerste uit dit genre, dat ons bekend is. Verder hangen er panelen uit 1507 van figuren, die een naakte Adam en Eva moeten voorstellen.

Van de Italiaanse schilder Titiaan (1487-1576), vanag 1532 lange tijd hofschilder in Spaanse dienst, valt het schilderij 'Danae' op en ondermeer een portret van Karel V gezeten op zijn paard.

Wie tenslotte van het 12de eeuwse Mozarabische kerkje 'San Baudelio' van Casillas de Berlanga (Soria), die naar het museum zijn overgebracht. In 1922 werden die aan een kunsthandelaar verkocht, van de muren afgehaald en naar het buitenland overgebracht. In 1957 wist de Spaanse regering een deel daarvan terug te halen. tegenwoordig staan de schilderingen bekend als de 'Sixtijnse kapel van de Mozarabische kunst'.

Het gebouw zelf
Met de opdracht van de bouw van het Prado in 1785 lag het eigenlijk helemaal niet in de bedoeling dat er kunstmuseum zou komen. De opdrachtgever, de Spaanse koning Karel III, wilde er oorspronkelijk een natuurwetenschappelijk museum mee inrichten. De bouw, aanvankelijk onder leiding van de architect Juan de Villanueva (1739-1811), duurde echter bijna 35 jaar en toen het uiteindelijk voltooid was was intussen de kleinzoon van de opdrachtgever, Ferdinando VII, koning. Hij was het, die besloot dat er de kunstverzameling van de Spaanse koninklijke familie in zou worden ondergebracht .

Ga verder naar de >>website van het Prado (Engels).

Van boven naar beneden: 'Las Meninas' - Velázquez, 1656; 'Los frailes' ('De moniken') - Francisco de Goya, 1820-23; 'La Trinidad' ('De Drieëenheid) - El Greco, 1577-79; Portret van Filips II - Anthonis Mor van Dashorst, 1555-58; 'Judit en el banquete de Holofernes' (''Judith maakt zich op voor het banket van Holofernes') - Rembrandt, 1634; Zelfportret - Aalbrecht Dührer, 1498; muurschildering uit 'San Baudelio' (Casillas de Berlanga, Soria).